Het grootste voordeel van een kleine stichting steunen is de transparantie. Er zijn geen dure kantoorpanden op de Zuidas, geen marketingafdelingen en geen directeuren met hoge salarissen. Sterker nog, de meeste lokale stichtingen draaien 100% op vrijwilligers.
Hierdoor zijn de zogenaamde 'lijntjes' ontzettend kort.
Direct resultaat: Als jij €50 doneert aan de lokale speelgoedbank, worden daar volgende week direct legodozen van gekocht.
Geen strijkstok-zorgen: Omdat de overheadkosten (administratie, huur) vaak minimaal zijn of gesponsord worden, gaat bijna elke euro direct naar het doel.
Persoonlijk contact: Bij een klein doel ben je geen nummer in een database. Als je belt, krijg je vaak de oprichter of een bevlogen vrijwilliger aan de lijn die je precies kan vertellen wat er speelt.
Je hoeft niet naar Afrika of het Amazonegebied om ellende—of juist prachtige initiatieven—te vinden. De nood, en de oplossing, ligt vaak letterlijk om de hoek. Waar kun je aan denken bij lokaal doneren?
Armoede in Nederland is vaak onzichtbaar, maar het is er wel degelijk. De Voedselbank is landelijk georganiseerd, maar werkt lokaal. Jouw donatie aan de vestiging in jouw woonplaats zorgt ervoor dat gezinnen die in jouw supermarkt lopen, 's avonds een gezonde maaltijd op tafel hebben. Het idee dat je je eigen buren helpt, geeft een enorme voldoening.
Natuurlijk is het belangrijk om de tijger te redden. Maar wie zorgt er voor de aangereden kat op de provinciale weg? Of de hond die verwaarloosd wordt achtergelaten in het park? Lokale dierenorganisaties kampen vaak met een chronisch tekort aan geld voor operaties, speciaal voer en medicijnen. Door hier te doneren, zie je via hun social media vaak precies welk dier je hebt gered.
Er zijn talloze miniatuur-stichtingen die gaten dichten die de overheid laat vallen.
Kledingbanken: Voor mensen die moeten solliciteren maar geen net pak kunnen betalen.
Wens-stichtingen: Lokale groepen die uitjes organiseren voor eenzame ouderen in het dorp.
Hospices: Bijna-thuis-huizen die draaien op giften om mensen een waardig levenseinde te geven.
Grote doelen vinden jou wel (via reclame), maar naar kleine doelen moet jij zelf op zoek. Hoe pak je dat aan en hoe weet je of het zuivere koffie is?
1. Gebruik Google slim
Zoek niet op "goed doel", maar combineer je interesse met je woonplaats. Bijvoorbeeld: "Stichting dieren [Woonplaats]", "Stichting armoede [Regio]" of "Vrijwilligersinitiatief [Stad]".
2. Check de 'Socials'
Kleine stichtingen hebben vaak geen gelikte website, maar zijn wel heel actief op Facebook of Instagram. Scroll door hun tijdlijn. Zie je foto's van de activiteiten? Zie je bedankjes aan andere donateurs? Dit geeft vaak een heel goed en eerlijk beeld van hun dagelijkse realiteit.
3. De ANBI-check
Ook kleine stichtingen kunnen een ANBI-status hebben. Dit is een groot pluspunt, want het betekent dat hun beleidsplan en financiële verantwoording op orde zijn en gecontroleerd worden door de fiscus. Hebben ze geen ANBI? Dat hoeft bij een heel klein initiatief niet direct verdacht te zijn, maar wees dan iets kritischer en vraag gerust om uitleg.
4. Ga erheen!
Dit is de ultieme luxe van lokaal geven. Twijfel je? Stap op de fiets en rij erlangs. Vraag of je een keer mag komen kijken of meehelpen. Een bonafide stichting zal je met open armen ontvangen en trots laten zien wat ze doen.
Het is geen wedstrijd tussen 'groot' en 'klein'. We hebben de grote organisaties nodig voor structurele veranderingen en rampenbestrijding. Maar vergeet de kracht van klein niet.
Door lokaal te doneren, investeer je in de leefbaarheid van je eigen omgeving. Je bouwt mee aan een gemeenschap waarin we naar elkaar omkijken. En laten we eerlijk zijn: het voelt stiekem heel goed om precies te weten dat dankzij jouw bijdrage de hondenmand in het asiel vernieuwd is, of dat gezin uit de wijk een kerstpakket heeft gekregen.
Wil je iemand in de buurt een hart onder de riem steken? Stuur een kaartje via Goededoelenkaartje.nl en laat de ontvanger zelf een mooi (lokaal) doel uitkiezen.